Indice dei contenuti:
Wat is de rentecurve?
De rentecurve is een belangrijk begrip in de financiële wereld. Het geeft het verschil weer tussen korte en lange rentevoeten. In een gezonde economie is het normaal dat langlopende leningen hogere rentes bieden dan kortlopende leningen.
Maar wat gebeurt er als de korte rente stijgt boven de lange rente? Dit kan wijzen op een potentiële verstoring in de economie, wat kan leiden tot een recessie.
Inversie van de rentecurve
Het fenomeen van de inversie van de rentecurve moet je niet zien als een voorspellingsinstrument, maar eerder als een barometer voor economische stress. Dit gebeurt vaak wanneer banken hun kredietvoorwaarden aanscherpen en de economische groei begint af te nemen.
Historisch gezien volgt een recessie meestal niet direct op deze inversie, maar kan het pas 6 tot 18 maanden later plaatsvinden, met een gemiddelde van ongeveer een jaar. Dit betekent dat recessies vaak pas na de omkering van de rentecurve optreden.
Recente ontwikkelingen in de rentecurve
Vanaf eind 2025 keerde de 10-jaars en 3-maanden rentecurve weer positief, na een periode van inversie die meer dan twee jaar duurde.
Op het eerste gezicht lijkt dit een teken van economisch herstel. Maar is dat wel zo? De geschiedenis leert ons dat de stijging van de curve niet altijd een garantie is voor een bloeiende economie. Sterker nog, het kan wijzen op een gevaarlijke zone. Vaak beginnen recessies pas na een hersteiging van de curve, zoals we zagen in de economische cyclus van de jaren ’60.
Historische voorbeelden van de rentecurve
Neem bijvoorbeeld de financiële crisis van 2008. Al in 2006 begon de curve te normaliseren, maar dit leidde niet onmiddellijk tot een instorting van de aandelenmarkten. Pas later, toen de gevolgen voor werkgelegenheid en kredietverliezen zichtbaar werden, daalden de markten dramatisch. De inversie gaf dus niet aan dat de problemen waren opgelost, maar eerder dat de effecten van eerdere economische stress begonnen door te sijpelen.
Dit laat zien dat het verlaten van een inversie niet betekent dat er een economische reset plaatsvindt; het betekent eerder dat de schade die in het verleden is opgelopen, nu zichtbaar begint te worden. Met eind 2025 als referentiepunt voor de normalisatie, bevinden we ons in een periode waarin de risico’s toenemen en de focus verschuift naar 2026. Wat betekent dit voor de toekomst van investeringen, bijvoorbeeld in bitcoin?
Gevolgen voor bitcoin in de toekomst
De implicaties van de recente economische veranderingen voor bitcoin zijn veelzijdig. Enerzijds kan een afkoelende economie leiden tot lagere rentes en meer liquiditeit. Dit is historisch gezien gunstig voor schaarse activa zoals bitcoin. Maar betekent dit ook dat de prijs van bitcoin onmiddellijk zal stijgen? Vaak reageren markten met een zekere vertraging op deze veranderingen, wat leidt tot onzekerheid.
Volatiliteit en risico’s
Daarnaast gaat de overgang naar een nieuwe economische realiteit vaak gepaard met volatiliteit. In perioden waarin de groei vertraagt, maar de liquiditeit nog niet volledig terug is, worden risicovolle investeringen, zoals bitcoin, vaak extra onder druk gezet. Historisch gezien presteerde bitcoin zwak of bleef het zijwaarts bewegen vlak voordat de liquiditeit daadwerkelijk terugkeerde. Wat betekent dit nu voor jouw investeringen?
Deze fase kan misleidend zijn. Beleggers die zich alleen op de prijs richten, kunnen stagnatie waarnemen. Maar degenen die de rentecurve volgen, begrijpen beter de timing van economische verschuivingen.
De toekomst van de economie en bitcoin
De rentecurve laat zien dat de restrictieve maatregelen van het verleden hun effect al hebben gehad. De economie beweegt nu door de vertraagde gevolgen. Historisch gezien is dit geen tijd voor optimisme, maar eerder voor voorzichtigheid. Voor bitcoin betekent dit waarschijnlijk geen onmiddellijke en explosieve prijsstijging. In plaats daarvan zien we een fundamentele verbetering van de omstandigheden richting de volgende fase.
Wanneer de rentecurve steiler wordt door de verwachtingen van lagere kortetermijnrentes, wijst dat vaak op een zwakte in plaats van groei. De economische klok tikt verder, maar niet richting paniek. Het lijkt eerder op de overgang naar een nieuw macro-economisch regime. Deze veranderingen zullen zich waarschijnlijk niet onmiddellijk aandienen. Ze komen tevoorschijn wanneer de gevolgen van de vertraging gaan spelen.