In 2025 zijn de investeringen in fintech wereldwijd gestegen tot 300 miljard dollar, wat een significante groei betekent ten opzichte van de 140 miljard dollar in 2020. Deze cijfers spreken boekdelen over de verschuiving in de financiële dienstverlening.
In mijn ervaring bij Deutsche Bank heb ik gezien hoe nieuwe technologieën het potentieel hebben om de sector te revolutioneren.
De crisis van 2008 heeft ons waardevolle lessen geleerd: de noodzaak van liquiditeit en compliance mag niet worden onderschat. Wie in de sector werkt, weet dat vertrouwen cruciaal is. Fintech moet kunnen aantonen dat het dat vertrouwen kan waarborgen.
De cijfers spreken voor zich: volgens McKinsey Financial Services investeert 70% van de traditionele banken in fintech-technologie om competitief te blijven. Dit is een duidelijke aanwijzing van de richting waarin de markt zich beweegt.
Toch is het belangrijk om een constructief scepticisme te behouden. De snelle groei van fintech-oplossingen roept vragen op over hun duurzaamheid op de lange termijn. Start-ups kunnen weliswaar innovatie bieden, maar ze moeten aanzienlijke uitdagingen aangaan op het gebied van due diligence en regelgeving.
De regelgevende implicaties zijn enorm. Autoriteiten zoals de ECB en de FCA voeren strengere regels in om de veiligheid en stabiliteit van de markt te waarborgen.
Fintech-bedrijven zullen zich aan deze nieuwe realiteiten moeten aanpassen om te kunnen floreren.
De vooruitzichten voor de markt zijn positief. Toch is het cruciaal dat investeerders en consumenten alert blijven. De ervaringen uit het verleden leren ons dat innovatie gepaard moet gaan met een solide governance en een zorgvuldige risicobeheer.
